Het Tweede Boek van Henoch

Hoofdstuk 24-27

Voordat er ook maar iets bestond, vanaf het allereerste begin, schiep ik [God] alles wat er is vanuit het niet-zijnde in het zijnde, en vanuit de onzichtbare dingen in de zichtbare.
En ik beval de laagste dingen: 'Laat één van de onzichtbare dingen zichtbaar afdalen!' En Adoil daalde af, uiterst groot. En ik keek naar hem en zie, in zijn buik had hij een groot licht. En ik zei tot hem: 'Laat jezelf uiteenvallen Adoil, en laat wat uit jou geboren is zichtbaar worden.' En hij liet zichzelf uiteenvallen en er kwam een zeer groot licht uit.
En tot het licht zei ik: 'Ga naar omhoog en word vast en word het fundament van de hoogste dingen.' En er is niets hoger dan het licht, behalve het niets zelf.
En ik riep nog een keer tot de laagste wezens en ik zei: 'Laat één van de onzichtbare dingen vast en zichtbaar naar buiten komen.' En Archas kwam naar buiten, vast en zwaar en zeer rood. En ik zei: 'Open jezelf, Archas, en laat wat uit jou geboren is zichtbaar worden!' Er kwam een aeon uit, donker, zeer groot, die de schepping van alle lagere dingen droeg.
En ik gaf het bevel: 'Laat er iets van het licht afgehaald worden en iets van de duisternis.' En ik zei: 'Word dikker en rondom in licht gehuld!' En ik spreidde het uit en het werd water.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten